Iemand in depressie wil dit niet horen

Sommigen bagatalliseren een depressie (vaak onbedoeld) door harde of juist zeer subtiele opmerkingen te maken naar de persoon met een depressie.

Hoewel dit voor sommigen helpvol kan zijn en het vaak goed bedoeld is. Roept de context waarin deze opmerkingen geplaatst worden een tegenovergesteld gevoel op bij degene die dit aanhoort.

Opmerkingen laten een depressie niet verdwijnen.

  1. “Wat is -jouw- probleem?”
  2. “Stop met dat constante gezeur. Waarom denk je dat het iemand iets interesseerd?”
  3. “Ben je nog niet moe van al dat ik-ik-ik gedoe?”
  4. “Je hebt gewoon een schop onder je kont nodig.”
  5. “Het zit allemaal tussen je oren.”
  6. “Ik dacht dat je sterker was dan dit.”
  7. “Niemand heeft ooit gezegd dat het leven eerlijk is.”
  8. “Naarmate je sterker word hoef je er minder over te malen.”
  9. “Trek jezelf omhoog.”
  10. “Voel je, je nu beter?” – Meestal gevolgd na een vijf minuten durend gesprek waarin de spreker vroeg “Wat er aan de hand is” en “Wil je erover praten?”.  Met de beste intenties, maar zonder  begrip voor depressie behalve als een irrationele droevigheid.
  11. “Word toch volwassen.”
  12. “Hou op met zelfmedelijden.”
  13. “Er zijn genoeg mensen die het slechter hebben dan jou.”
  14. “Je hebt het zo goed, waarom ben je niet blij?”
  15. “Het is een schitterende dag!”
  16. “Je hebt zoveel dingen om dankbaar voor te zijn, waarom ben je depressief?!”
  17. “Wat heb jij om depressief over te zijn?”
  18. “Geluk is een keuze.”
  19. “Jij denkt dat -jij- problemen hebt…”
  20. “Gelukkig is het niet zo slecht.”
  21. “Misschien moet je vitamines tegen de stress nemen.”
  22. “Er is altijd iemand die het slechter dan jou heeft.”
  23. “Kop op!”
  24. “Je zou moeten stoppen met die pillen.”
  25. “Je bent wat je denkt.”
  26. “Doe eens vrolijk.”
  27. “Je hebt altijd medelijden met jezelf.”
  28. “Waarom kun je niet gewoon normaal doen?”
  29. “Het is allemaal niet -zo- slecht, toch?”
  30. “Heb je wel gebeden en of de bijbel gelezen?”
  31. “Je moet er wat vaker tussenuit.”
  32. “We moeten eens afspreken.”  (Ja uiteraard)
  33. “Houdt grip op je leven!”
  34. “Je bent zo vrolijk als dat je denkt te zijn.”
  35. “Neem een warm bad, dat is wat ik altijd doe als ik ergens mee zit.”
  36. “Iedereen is weleens depressief.”
  37. “Zoek een baan!”
  38. “Lach en de wereld lacht met je mee, huil en de wereld huilt met je mee.”
  39. “Je ziet er niet depressief uit.”
  40. “Jij bent zo egoistisch.”
  41. “Je denkt nooit aan anderen, alleen aan jezelf.”
  42. “Je zoekt gewoon aandacht. “
  43. “Heb je last van PMS? (premenstrueel syndroom) “
  44. “Je wordt er een beter persoon door!”
  45. “Iedereen heeft zo nu en dan een slechte dag.”
  46. “Je zou mooiere kleding moeten kopen.”
  47. “Als je vrolijk doet zullen anderen dat ook naar jou doen.”
  48. “Waarom lach je niet wat meer?”
  49. “Iemand van jouw leeftijd zou de tijd van zijn leven moeten hebben.”
  50. “Je hebt alleen jezelf ermee.”
  51. “Je kan alles doen wat je maar wilt, zolang je je gedachten maar erop zet.”
  52. “Dit is een bedrijf, geen ziekenhuis.”
  53. “Depressie is een symptoom vanwege je zondes jegens god.”
  54. “Jij hebt dit op je eigen nek gehaald.”
  55. “Je kunt kiezen voor depressie, of ertegen. Het is je eigen keus.”
  56. “Kom van je kont af en doe iets!”
  57. “Gewoon doen!”
  58. “Wat kan het mij schelen”
  59. “Word eens wakker en kom eruit!”
  60. “Jij -wilt- je zo voelen.”
  61. “Je hebt geen reden om je zo te voelen.”
  62. “Het is je eigen schuld.”
  63. “Dat wat jou niet doodt, zal je alleen sterker maken.”
  64. “Je bent altijd bezorgd om -jouw- problemen.”
  65. “Jouw problemen zijn niet zo groot.”
  66. “Waarom ben je bezorgd? Je zou je prima moeten voelen”
  67. “Denk er gewoon niet aan.”
  68. “Ga weg.”
  69. “Je hebt de kracht niet om het te doen.”
  70. “Wacht gewoon even, het gaat vanzelf over.”
  71. “Ga naar buiten en maak plezier!”
  72. “Je maakt mij zelfs depressief.”
  73. “Ik wil je alleen maar helpen.”
  74. “De wereld is niet zo slecht.”
  75. “Doe gewoon iets meer je best.”
  76. “Geloof me, ik weet hoe je je voelt. Ik was ook eens een paar dagen depressief.”
  77. “Je hebt een partner nodig.”
  78. “Zoek een hobbie.”
  79. “Raap jezelf bij elkaar.”
  80. “Je zou je beter voelen wanneer je naar de kerk ging.”
  81. “Ik denk dat jouw depressie een manier is om ons te straffen.”
  82. “Dus je bent depressief. Ben je dat niet altijd?”
  83. “Wat jij nodig hebt is een echte tragedie in je leven, dat zal je wel wakker schuden.”
  84. “Je bent een schrijver, toch? Beeld je eens in hoeveel goed materiaal je hierdoor krijgt.”
  85. “We zullen voor je bidden.”
  86. “Heb je weleens kamille thee geprobeerd?”
  87. “Heb je weleens visolie geprobeerd?”
  88. “Het komt wel goed, hou vol. Het gaat vanzelf over.”
  89. “Kom op!”
  90. “Probeer niet zo depressief te doen.”
  91. “Stop met piekeren. Ga naar buiten en help anderen, dan heb je geen tijd om te piekeren…”
  92. “Ga naar buiten en neem een frisse neus, dat geeft mij altijd een goed gevoel.”
  93. “Kom uit bed en ga door!”
  94. “Waarom stop je niet met die dokters en pillen. Dan zul je je wel beter voelen.”
  95. “Iedereen heeft lijken in de kast.”
  96. “Je zou bij een band moeten of iets anders. Dan pieker je niet zoveel over jezelf.”
  97. “Gewoon niet aan denken.”
  98. “Je bent waardeloos.”
  99. “Niemand is verantwoordelijk voor jouw depressie.”
  100. “Je vind dit niets? Doe er dan iets aan! “

Redactie:
Meer informatie vindt u op: http://indepressie.nl/nieuws-onderzoeken/nieuws/14012011/iemand-depressie-wil-dit-niet-horen

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*